War-202498

War, What is it good for. 202498

De oorsprong van het schilderij “War” ligt in een bezoek wat ik in 1984 gebracht heb aan een tentoonstelling van Anselm Kiefer. Anselm Kiefer is mijn grote bron van inspiratie geweest vanaf het moment dat ik zijn werk heb gezien en ervaren. Waanzinnig om dat te beleven. Anselm Kiefer is geboren in 1945 en is opgegroeid in Duitsland, in de jaren na de tweede wereldoorlog, en dat heeft, mijns inziens, grote invloed gehad op zijn werk.

Het was 1984, en ik kwam voor het eerst in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Je kwam toen nog binnen via de grote trap en stond dan ineens in de grote zaal waarbij je opgezogen werd door het eerste grote schilderij dat je zag. Ik kwam die ruimte binnen en daar hing het schilderij “Innenraum”. Een monumentaal groot werk, meters breed en hoog met het interieur van de Reichstag. Enorm indrukwekkend. Maar wat meer indruk maakte was het kleine vrouwtje dat voor het schilderij stond met de tranen in haar ogen. Ze huilde merkbaar. Op haar arm een nummer getatoeëerd. Naar bleek een nummer van Auschwitz. Ik stond daar, terwijl ik werd opgezogen door dat indrukwekkende schilderij, naast een snikkende overlevende van de gruweldaden van het naziregime. En die combinatie maakte zo’n indruk op mij dat ik mij voornam om ooit ook een keer een schilderij te maken dat zo’n indruk zou maken. 

Door een samenloop van omstandigheden, kreeg ik een doek in handen van 160 x 160 cm. En dat moest hem worden, het indrukwekkende werk. Het idee was er, ik wilde een boodschap overbrengen. Geen moeilijke, maar een die iedereen die het schilderij ziet min of meer begrijpt. Kunst is mijns inziens niet iets waar je “verstand” van hoeft te hebben, iets elitairs. Kunst moet je aan het denken zetten. En dan maakt het niet uit of je rijk bent of arm, verstand hebt van kunst of niet. Het moet je raken. Zoals de schilderijen van Anselm Kiefer mij raakten en nog steeds raken. Het materiaalgebruik, de rauwheid en expressie. Aangezien ik workshops verfsmijten geef zou dat smijten onderdeel uitmaken van mijn schilderij. Die beslissing was snel genomen. Het onderwerp kwam het afgelopen voorjaar in mij op.

Ik las een artikel van Alexandra Rojkov uit de Süddeutsche Zeitung over de Israëlische kunstenaar Gal Wertman. Boven dat artikel stond het nummer 202499. Ik werd er gelijk door getriggerd. Wat had Gal Wertman laten doen? Hij had, om zijn verdriet te verwerken over het verlies van zijn familie in Auschwitz, het allerlaatste nummer laten tatoeëren dat getatoeëerd was in Auschwitz. Als een hommage aan zijn overleden familie en elk ander slachtoffer van het verschrikkelijke fascistische regime in de tweede wereldoorlog. En ik dacht gelijk weer terug aan het schilderij van Anselm Kiefer en dat kleine Joodse vrouwtje.  Gal Wertman had geen onderzoek gedaan naar wie er achter het nummer zat. Alexandra Rojkov deed dat wel. Er kwam iets verschrikkelijks aan het licht. Het nummer 202499 was toegewezen aan een Duitse crimineel die in Auschwitz was opgesloten maar tijdens zijn verblijf daar geronseld was door Oskar Dirlewanger. Een kopstuk van de Waffen-SS die zijn eigen moordbrigade had en die vanaf 1940 al moordend door het Duitse rijk was getrokken en daarbij dus de meest gruwelijke oorlogsmisdaden had begaan. Oskar Dirlewanger had de man die nummer 202499 op zijn arm droeg dus geronseld voor een zogeheten Sonder komando waarmee 202499 de laatste 3 maanden van de oorlog door Duitsland trok. Daarbij is niet zeker dat hij heeft meegedaan aan de moordpartijen van Dirlewanger maar hij heeft de schijn tegen. Oskar Dirlewanger die, zoals hij in het stuk van Alexandra Rostow wordt beschreven, een veroordeeld pedofiel was waarin een amorele persoonlijkheid, extra ontwricht door alcoholisme en een sadistische sexuele aanleg, ervaringen aan het front in de eerste wereldoorlog, een bedwelmende geweldadigheid en barbarisering bij elkaar kwamen.

Alexandra Rostow heeft Gal Wertman ermee geconfronteerd en die heeft de tattoo gewoon gehouden. Dat verhaal bleef bij mij hangen, het verhaal van een nummer, een simpele tattoo, waar zoveel inzit. En toen besloot ik dat ik daar wat mee wilde gaan doen.

Ik wilde het volgende verhaal vertellen: De huidige samenleving is ernstig aan het verharden, rechts tegen links. Normaal communiceren kan niet meer. Leugens worden zo vaak verteld dat ze voor waar worden aangenomen en het zaad van haat is geplant. Hebben we dan niets geleerd van de oorlog, van de verhalen over de kampen en dan met name over Auschwitz?

Zoals gezegd had ik de hand weten te leggen op een groot doek van 160 x 160 cm. Daar ben ik de kleuren van oorlog op gaan zetten. Met paletmessen, de handen, kwasten en wat in mijn buurt was. Ik heb een gevecht geleverd met de materialen omdat ik expressie wilde. Uiting geven aan mijn gevoelens van onmacht als je ziet dat de zoveelste aantoonbare leugen via social media verspreid wordt. Alleen maar bedoeld om mensen tegen elkaar op te zetten. Verdeeldheid te zaaien. Daarna ben ik op het schilderij gaan gooien. Vanwege de expressieve waarde maar ook om de ongecontroleerdheid aan te tonen. Je hebt met smijten geen controle over waar de verf terechtkomt en zo heb je ook geen controle over alles wat er om je heen gebeurt. Uiteindelijk heb ik een aantal beelden gebruikt waardoor de boodschap wordt versterkt, de spoorrails met bloed, de schoorsteen van de verbrandingsoven, de titel van het schilderij en het een na laatste nummer dat ooit in Auschwitz is getatoeëerd, 202498. Zo is 35 jaar nadat ik voor het eerst in het Stedelijk stond, bij wat misschien wel het indrukwekkendste schilderij is wat ik ooit heb gezien, mijn wens uitgekomen. Het werk is indrukwekkend.

Ik weet niet aan wie nummer 202498 toebehoorde maar het nummer staat voor mij symbool voor maar 1 ding: “Laten we nooit vergeten dat er zoveel mensen op zo’n verschrikkelijke wijze zijn vermoord, afgeslacht.” Door mensen met een verachtelijke ideologie. Het is onze voornaamste taak om te voorkomen dat dat ooit nog een keer gebeurt. Dat dat soort denkbeelden nooit meer voet aan de grond krijgen in onze samenleving. Want het woord samenleving zegt het al, we moeten samen leven. En niemand is superieur aan de ander.

Tenslotte dit. Dit schilderij hoort naar mijn idee maar op 1 plek thuis en dat is in het Auschwitz museum. Tijdens mijn verhaal van afgelopen dinsdag in de bibliotheek werd de vraag gesteld waarom niet eerst in Kamp Amersfoort? Dat is ook goed. Maar uiteindelijk hoort hij maar op 1 plaats. Hoe ik dat voor elkaar ga krijgen? Ik weet het niet. Ik sta open voor suggesties en contacten die het daar kunnen krijgen.

Willen jullie meer weten over mijn werk dan kunnen jullie altijd contact met me opnemen. Via e-mail: info@hetkunstpunt.nl, via twitter (@stefvedder) via facebook (facebook.com/stefvedder) ben ik te bereiken of te volgen. Ik hoop dat de boodschap die verteld moet worden doordringt.  Of kom een keer langs in mijn atelier aan de Edisonweg 11D in Bunschoten. Dan drinken we een kop koffie, mits er op dat moment geen workshop gegeven wordt.